‘Met een heg zie je al na één jaar nieuwe vogels en kleine zoogdieren’

Dinsdag 19 juli 2022

Wie grote stappen wil maken, begint klein. Talloze bevlogen Deventenaren inspireren door op hun manier de wereld een beetje beter te maken. Van armoedebestrijding en klimaatactie tot eerlijk werk en economische groei. In deze inDeventer-serie van 17 artikelen vertellen ze hoe zij zich inzetten voor de Sustainable Development Goals (SDG’s). In ieder artikel maken we kennis met een lokaal initiatief dat bijdraagt aan een SDG. Deze keer SDG 7: leven op het land. We spreken met Jantine Schinkelshoek van Hoopheggen.

Er zijn maar weinig mensen die ieder jaar een oudejaarslot kopen met als droom de wereld te vergroenen. Jantine Schinkelshoek is zo iemand. Om haar persoonlijk winkans te vergroten, nam ze in 2018 het heft in eigen handen: ze begon van het geld dat ze uitgaf aan loten heggen te planten. Bij zichzelf, bij buren, bij vrienden. Inmiddels is het initiatief uitgegroeid tot een veel groter project, met vrijwilligers en sponsoren. En het heeft een naam: Hoopheggen.

Vogels verdwenen

Voor Schinkelshoek is duidelijk dat er iets moet gebeuren. Voor haar werk als landschapsarchitect schreef ze in elk advies dat er écht meer groen moest komen. “Maar liefst 70 procent van de vogels is in de laatste 40 jaar zijn verdwenen. Ik schreef dan: als je mijn advies opvolgt, dan komt het allemaal goed. Maar ik wilde écht zeker weten dat het ook de grond in gaat.”

Met Hoopheggen plant ze dus zelf heggen. Met een clubje vormt ze het bestuur van de stichting en er is een ‘kleine wolk’ aan vaste vrijwilligers. En die zijn nodig, want het initiatief vraagt inmiddels om behoorlijk wat planning en organisatie. Planten kan immers alleen in het plantseizoen, van november tot maart. “Vorig jaar hadden we 37 plantplekken. En het wordt alleen maar groter.”

Publieksvriendelijk

De heggen zijn goed voor de biodiversiteit. Een directe bijdrage aan SDG 15, die gaat over bescherming, herstel en duurzaam beheer van het leven op het land in al zijn vormen. En het effect merk je heel snel, vertelt de landschapsarchitect. “Je ziet al na één jaar het aantal vogels toenemen. Er komen kleine zoogdieren, zoals egels. Dat is heel blits. Omdat je het zo snel kunt waarnemen, is het heel publieksvriendelijk.”

Schinkelshoek plant bewust alleen inheemse plantsoorten. “Een laurier of olijfboom doet het hartstikke goed, maar ze bestaan nog niet zo lang in Nederland. Een eik, daar profiteren 2500 soorten van. En 300 soorten zijn echt afhankelijk van de eikenboom. Zo ook de eikenprocessierups, die leeft daar al decennialang. Dat we daar nu zoveel problemen mee ervaren, is alleen maar een signaal dat het evenwicht is verstoord.”

Niet donkergroen

De vrijwilligers zijn heel divers. Veel mensen die zich zorgen maken over het klimaat. “Onze groep is gemiddeld heel jong. De meesten zijn 25 tot 50 jaar. Mensen die in de drukste periode van hun leven zitten en toch komen helpen. Dat is supercool.” Maar het zijn niet alleen ‘groene’ mensen. “Soms ook een buurman of neef, die komt helpen voor een biertje.”

Juist dat maakt het zo mooi, vindt Schinkelshoek. “Onze boodschap is niet donkergroen. Ik wil juist een kleine beweging creëren. Een plantdag is vooral gezellig. We planten, maar we nodigen mensen ook uit om een keer het vlees te laten staan bijvoorbeeld.  Of eens een weekendje naar Gent te gaan in plaats van Barcelona. Een boom in de achtertuin of een stoeptegel eruit en een stokroos erin. Volgens mij is dat de enige duurzame manier om verandering teweeg te brengen: uitnodigend en in kleine stapjes.”

Wereld redden

Of je met heggen planten de wereld kunt redden? Je komt wel een heel eind, denkt Schinkelshoek. “Rond 1850 had Nederland nog 225.000 kilometer aan heggen. Het systeem was veel robuuster dan nu. Er leefden meer soorten, er was minder uitdroging. Maar het planten van heggen moet samengaan met minder vervuiling. Of innovatie waardoor de vervuiling minder wordt.”

Nederlanders zijn wat dat betreft een volkje apart, zegt de landschapsarchitect. “We zijn een pragmatisch volk, we zijn mensen die makkelijk meegaan in innovaties. Dat zie je al aan hoe we het pinnen hebben omarmd. Maar we waren ook de enige in Europa die alle heggen massaal vervingen door prikkeldraad. Daarmee zijn we nu het slechtste jongetje van de klas met het meeste biodiversiteitsverlies.”

Gelukkig betekent dat ook dat we ons makkelijk aanpassen. Daarom heeft Schinkelshoek nog wel hoop. Ook omdat het initiatief in zulke goede aarde valt. “Het is echt van een hobbyproject naar een organisatie gegaan. We hebben een steeds groter bereik, wat kunnen we nog meer? Gaan we bijvoorbeeld voor meer educatie of voor een groter bereik?”

Lekker eten

Planten doen ze in een ochtend. Minimaal vijf inheemse plantsoorten per keer, minstens 200 meter lang. “In ruil daarvoor vragen we om de dag leuk aan te kleden. Met lekker eten vooral.” Niet iedereen heeft natuurlijk ruimte voor een heg van 200 meter. Omdat er zo veel aanvragen zijn, kan ze niet iedereen helpen. “Maar wil je een kleinere heg, meld je dan of kijk op onze website. Dan bestoken we je met alle informatie die je nodig hebt.”

Helpen als vrijwilliger mag natuurlijk ook. “Naast de groene opgave is voor ons gezelligheid echt een speerpunt. Er zijn altijd blije mensen en de ochtend is ook lekker luchtig. Er hangt altijd een goede vibe. Groen doen is leuk!”

www.hoopheggen.nl

Geschreven door: Luuk Talens

Beeld van: Grietje Mesman

Tevens geplaatst in het Deventer Nieuws